8.2 Nieuw Zeeland trip deel 2

27 juni 2015 - Sydney, Australië

Ter begin nog eens de google-maps-link van onze reis: https://www.google.com/maps/d/edit?mid=z4UFQpVGOFqk.kCdYW3adGxhQ&usp=sharing

 

Woensdag 13 mei

Esther is ’s nachts blijkbaar half doodgevroren en ’s ochtends kwamen we erachter wat waarschijnlijk zeer heeft bijgedragen aan de kou; de achterklep was niet goed dicht, oeps… Esther is er flink verkouden van geworden, ocharme! We waren vroeg opgestaan om de zonsopgang te kunnen zien aan het meer en toen we even naar het toilet liepen zagen we dat de Fransman en zijn tentje er al vandoor waren. We hebben mooie foto’s kunnen maken en een gave regenboog gezien (en mygooood wat hebben we daarna nog veel regenbogen gezien, dat zegt wel iets over hoe ons weer daar was…). We zijn richting Mount Cook gereden en hoe dichterbij we kwamen hoe slechter het weer werd. Ook heb ik mijn eerste roadkill gemaakt; een zielig (en dom) vogeltje probeerde weg te vliegen maar werd door de wind pal voor de auto geblazen en BAM. Jammeeerrr. Eenmaal aangekomen bij Aoraki/Mount Cook Village was het echt bijna aan het stormen; donkergrijze hemel met alleen maar wolken, regen en wind. In het visitor centre rondgekeken en daar werd afgeraden om de bergen in de gaan; op de weer-schaal van 1 tot 5 was het nu level 3; enkel voor ervaren outbackers of onder begeleiding de bergen in. Helaas behoorden wij tot geen van de twee categorieën… We hebben het museumpje even bekeken en zijn daarna alle mogelijke zijwegen ingereden om toch nog wat mooie uitzichten rond de berg te hebben, maar daarna toch maar weer teruggereden. Omdat we zo vroeg waren opgestaan hadden we eigenlijk nog de halve dag over en zijn we maar wat meer sightseeing gaan doen. We zijn via een supermarkt in Twizel (waar ik weer fijn mijn haren heb gewassen bij de toiletten en we de afwas hebben gedaan) richting Oamaru gereden. Onderweg hebben de Clay Cliffs gezien, de Maori Drawings en de Elephant Rocks. De Clay Cliffs was een domme afzetterij. Na een kriegelweg van een paar kilometer kwamen we bij een bord dat je 5 dollar moest betalen (want het was op private property), bij het visitor centre in een dorp verderop. Dat hebben we dus maar… niet gedaan ;). De Clay Cliffs waren wel grappig, maar niet echt spectaculair ofzo. Bij de Maori Drawings dachten we alleen maar; welke kleuter heeft hier lopen kliederen? Het zag er echt niet uit en de helft (waarschijnlijk de mooiste stukken) waren weggehakt en in een museum neergehangen. En er stonden enorme hekken voor de drawings, waardoor het er eigenlijk uit zag als een soort bouwterrein. Maar blijkbaar waren er sukkels die met messen hun eigen drawings hadden toegevoegd, dus vandaar dat dat blijkbaar nodig was. Al met al weer niet echt heel spectaculair, dus blij dat we niet te ver hoefden te lopen daarvoor (al hebben we wel moeten omrijden want we waren er eerst langs gereden…). De Elephant Rocks waren wel tof; gigantische rotsblokken in een schapenweiland van een boer met lelijke aggregatie-slangen. Ook zagen we iets verder nog een soort filmset ofzo; dus de komende jaren goed de films in de gaten houden die geschoten zijn in Nieuw Zeeland… Aangekomen in Oamaru nog even langs de pinguïn-spot gegaan daar, maar niks meer gezien want het was al laat (wel een leuk bordje met ‘pas op pinguïns over straat’ hihi). Een vriendin van Esther, Jennifer, en haar ouders ontmoet in hun motel in Oamaru en daar even gekletst en daarna wat rondgereden (weer op zoek naar pinguïns, maar weer niks gezien) en even gekeken bij de Oamaru Blue Penguin Colony. Ik vertrouw er geen hol van; ze hebben een toeristenattractie gebouwd waar je flink veel dollars kan neerleggen voor een tour, of gewoon voor een ‘show’ ofzo. De pinguïns komen rond enigszins vaste tijden aan land na hun vistocht en je kunt dan mooi plaatsnemen op een podium om dat allemaal te zien. Ik geloof echt niet dat die dieren niet gestimuleerd worden op 1 of andere manier. Waarom zouden deze schuwe dieren ervoor kiezen om voor de ogen van al die mensen hun ding te doen? We hebben even door de hekken gegluurd en damn, die mensen hebben een behoorlijk mooi tuintje, podium en weggetje gemaakt van al die dollars van afgezette toeristen. Nope ik vond het maar niks, dat gingen wij dus mooi niet doen. Maargoed na onze tour door Oamaru hebben de ouders van Jennifer ons getrakteerd op Domino-pizza (pizza voor 5 dollar; hemel!) die we in hun motel hebben opgegeten. Ook hebben Esther en ik stiekem daar kunnen douchen, heeeeerlijk! Daarna zijn we 20 minuutjes naar het Zuiden gereden voor onze 6e camping Friendly Bay.

 

Donderdag 14 mei

We waren (alweer…) vroeg opgestaan, maar deze keer om 6.00 al bij een viewpoint bij Bushy Beach Scenic Reserve vlak bij Oamaru de pinguïns te bekijken als ze de zee in zouden trekken voor de dagelijkse voedertochten. We waren niet de eerste en een oudere man die daar blijkbaar bijna dagelijks kwam wist heel veel te vertellen over deze pinguïns. We hebben ze eerst horen roepen en uiteindelijk een stuk of 15 pinguïns in kleine delegaties van meestal twee dieren het strand over zien waggelen en de zee in zien duiken (met de verrekijker zag je net iets meer dan zwarte stipjes). We kwamen daar aan toen het echt nog praktisch donker was en we hebben het mooi licht zien worden. De man ging om een bepaald uur een stukje verder staan (we zijn er uiteindelijk maar achteraan gelopen en met resultaat!) om nog een paar pinguïns te zien. Heel grappig; hij wist precies hoeveel pinguïns waar ongeveer op de berg woonde en dus ook waar ze uit de bosjes zouden komen om waar het water in te gaan. Vanaf deze spot iets beter nog twee pinguïns kunnen zien. En het ging hier niet over de ‘veel voorkomende’ little blue pinguïns (die ook in Australië voorkomen en tot nu toe altijd werden genoemd als wijdverspreid en common. Maar stom genoeg; mijn Australische vogelboek noemt ze little penguins en mijn Nieuw Zeelandse vogelboek noemt ze blue penguins, maar de namen worden nog al eens door elkaar/samen gebruikt en het is gewoon één soort en de helft van de mensen vind het wél en de andere helft van de mensen vind het géén echte ondersoorten van elkaar. Discussies…) maar het ging hier over de yellow eyed pinguïn. Een pinguïn endemisch voor Nieuw Zeeland en die soms wel de meest zeldzame pinguïn ter wereld wordt genoemd, hoe gaaf is dat?? (al moeten we hier ook even vermelden; sommige mensen zeggen weer dat andere pinguïns het meest zeldzaam zijn, dus again; discussieeees) Maar vanaf deze tweede spot hadden we met de verrekijker ook zeehonden op het strand gezien, die wilden we natuurlijk wel even van dichtbij bekijken! Maar we mochten pas vanaf 9.00 het strand op vanwege de pinguïns. Ze zijn hier echt streng als het gaat om de pinguïns; mocht je gepakt worden terwijl je eerder op het strand bent (en dus de pinguïns lastigvalt met je aanwezigheid) dan kun je vervolgd worden, jaja. Dus we zijn maar terug naar de auto gegaan voor koffie en ontbijt (en om op te warmen…). Om 9u stipt kwam er een kerel aansjeezen in zijn auto die het strand opging blijkbaar, maar na 5 minuten kwam hij alweer terug… whyyy? We zijn daarna ook het strand op gegaan met onze koffie en we hebben heel wat zeehonden gezien, onze eerste encounter, gaaf! We konden echt heel dichtbij komen en hebben er een sport van gemaakt om de coolste selfie (lees; meest dichtbij de zeehond) te krijgen. Gelukkig waren we alleen want als dieren-fanaten komt het natuurlijk wel slecht over dat we ze zo zaten ‘uit te dagen’. Vooral de moeders wilden nog weleens naar ons ‘blaffen’ en de tandjes laten zien van ‘ROT OP’. Maar het was echt een gave ervaring! Ook vonden we daar een hoop Paua-shells en toen begon het lichtje te branden; dat is waarschijnlijk waar die kerel 5 minuten het strand voor was opgeweest! Om snel de mooiste schelpen te verzamelen om uiteindelijk via de souvenirshops voor veel teveel geld aan toeristen te verkopen. We hebben heel wat mooie schelpen verzameld en aan het einde van onze strandjutterstocht (het strand was eigenlijk belachelijk klein voor hoeveel tijd wij er hebben gespendeerd) nog even gesorteerd welke mooi genoeg waren om mee te nemen (ik ben niet zo goed in dingen weggooien en zou het liefst alles meenemen). Daarna zijn we nog even het oude historisch centrum van Oamaru ingeweest; blijkbaar zouden de blue penguins hier gewoon in ruimtes onder de huizen leven! Helaas hebben wij ze niet gezien natuurlijk. Wij vonden het wel een gaaf idee, maar voor die mensen zijn pinguïns onder je huis net zoiets als konijnen voor onze dijken… We hebben daar een Nederlandse bakker gesproken en hebben daar een lekker broodje gehaald voor we verder zijn gereden. We hebben geprobeerd zoveel mogelijk de strandroute aan te houden en zijn ook langs de Mouraki Boulders geweest. Was best belachelijk; er was een soort toeristenstukje met grote parkeerplaats, café en souvenirshop vanwaar je in een minuutje het strand op kon naar de Mouraki Boulders; dan moest je echter wel 2 dollar betalen per persoon. Maar wij wisten van de app dat je er ook gratis kon komen, dus een stukje verder gereden, bij een kleiner parkeerplaatsje aangekomen en vandaar dan een stukje langer over het strand moeten wandelen om uiteindelijk bij de Mouraki Boulders aan te komen; onderaan de trap vanaf de plaats waar je dan 2 dollar had moeten betalen. Esther vond het afzetterij (wat het ook echt wel een beetje is hoor), maar van de andere kant; als mensen dat willen betalen voor die trap dan zou ik er ook geld voor vragen… :) De boulders waren wel mooi, maar niet zo super spectaculair en ondanks dat het naseizoen was en het echt nog niet vol stond met mensen, voelde het toch irritant dat we daar naast nog meer toeristen stonden. We waren al een beetje gewend geraakt aan de verlatenheid van het Zuidereiland dus irriteerden ons al snel aan anderen hihi. We hebben even de foto’s gemaakt die we wilden en zijn weer verder gereden naar Katiki Point. Bij de parkeerplaats van de Mouraki Boulders hebben we ook voor het eerst wilde pukeko’s gezien, zoooo mooie vogels! Ik vond het megabijzonder en was helemaal in mijn element. En jahoor; sinds dat moment zagen we overal, in elk weiland, zowel op het Zuider- als het Noordereiland meer pukeko’s dan we konden tellen. Terug naar Katiki Point; dit was een soort natuurreservaat waar ze een afgesloten stukje bos hadden waar yellow eyed pinguïns leefden en jahoor; een selfie met een pinguïn, jeee! We hebben een aantal pinguïns zien zonnebaden en hebben ze ook zien en horen roepen naar elkaar, supergaaf! Je kon een stuk verder lopen en daar was het gewoon seal-central. Er lagen overal enorm veel seals en ook hier kon je behoorlijk dichtbij komen. Het toppunt was wel een echte seal-crèche; een soort poeltje, enkel afgesloten van de zee door wat rotsen, waar een aantal sealpups aan het ‘oefenen’ waren. De kleintjes waren om op te vreten en ze lieten de mooiste kunsten zien; heel gaaf om dit gedrag te zien van wilde seals, want dit is precies wat we bij de zeeleeuwenshows in dierentuinen zien! Met de ondergaande zon was het echt een magisch mooi plaatsje en alle seals en pinguïns waren fantastisch, we hebben hier best een tijdje rondgelopen. Daarna zijn we doorgereden naar Shag Point waar we (natuurlijk) heel veel shags hebben gezien. Wat nog even voor wat verwarring heeft gezorgd een paar dagen eerder; omdat ik steeds wilde rijden gaf ik Esther soms mooi instructies om wat dingen op te zoeken in het vogelboek. Maar we konden de aalscholvers maar niet vinden, die stomme cormorants stonden er maar niet in. Uiteindelijk kwamen we erachter dat ze die beesten in Nieuw Zeeland shags noemen… Heel flauw, want als je dan wat op internet gaat rondspeuren kom je er al snel achter dat ook hier de meningen weer flink verdeeld zijn. Een theorie is dat er echt verschil is; cormorants zijn groter en lomper, shags zijn kleiner en smaller. Een andere theorie is dat er ooit twee dieren beschreven werden; de ene soort was een huppeldepup cormorant en de andere een huppeldepup shag. Weer een andere theorie (en daar ben ik het mee eens) is dat er geen echt verschil is. Waarom makkelijk doen als het ook moeilijk kan? Het grappige van de shags op shag point was wel; we hadden op de app gelezen dat er hier ook pinguïns konden zijn, dus we dachten eerst een hele hoop pinguïns te zien! Maar dat bleken dus allemaal shags te zijn. Later lazen we ergens iets over shags en daar stond bij ‘they are commonly mistaken for penguins’, jep, dat hadden wij ook ervaren! Ook zagen we nog wat seals bij shag point, maar geen pups en we konden niet echt dichtbij komen. Inmiddels al zo verwend met seal-sightings dat we hier niet meer warm of koud van werden haha. Bij shag point hebben we Fritata-alla-E&E gekookt en kwamen we erachter waarom de koeltas zo stonk; in de supermarkt hadden we om ijszakjes gevraagd om de koeltas koel te houden, maar dit hadden we gevraagd bij de visafdeling… Dagenlang ons afgevraagd wat er zo stonk en bang dat alles bedorven was bla bla bla, maar nope, het eten was gelukkig gewoon nog goed. We waren doorgereden naar Dunedin in het donker en vanaf de berg richting Dunedin zagen we zoooooveel lichtjes, die stad leek echt immens groot voor het Zuidereiland! We hebben de halve stad moeten doorcrossen om halverwege een Peninsula in het Oosten van de stad op een parkeerplaats aan te komen (direct langs de weg…) waar we gratis mochten staan bij een toiletgebouw. Maar wat bleek? Er mochten maar maximaal 5 non-self-contained vehicles staan en drie keer raden de hoeveelste wij waren? Nummer 6 natuurlijk… Dus al snel kwam er een security wagen aan, wel een heel vriendelijke agent, die ons op twee campings wees in/bij Dunedin waar we wel mochten staan. Maarja, dat was natuurlijk betaald. Dus even goed overwogen; betalen voor dichtbij of toch een heel stuk terugrijden voor een gratis camping? Even een berekening gemaakt en toen besloten; jep, we gaan 36 kilometer terugrijden voor de gratis camping in Warrington (nummer 7; Warrington Reserve) en morgen rijden we die 36 kilometer wel weer terug naar Dunedin, zucht… Best wel balen, maar de camping waar we uiteindelijk stonden was best wel fijn; een rustige parkeerplaats in een gat van een dorp naast een speeltuin met een toiletgebouw met mooie muurschilderingen. Even de stuipen op het laag gejaagd door een kat die me achtervolgde naar de toiletten (best eng als iets je achtervolgt in het donker, zeker toen ik nog niet wist dat het een kat was…). Maar het bleek een heel lief beest te zijn dat het blijkbaar gewoon gezellig vond om menselijk gezelschap te hebben. We waren doodmoe en zijn snel het bed in gedoken.

 

Vrijdag 15 mei

Lekker (uit)geslapen tot 9u en we waren de auto nog nauwelijks uit of de kat stond alweer naast ons. De schat bleef ons een beetje volgen en probeerde ook een keer de auto in te klimmen… Sorry kitty, maar we kunnen je helaas niet meenemen. In de speeltuin ook een koppeltje paradise shelducks gezien; wederom vogels van ‘wooow super vet!’ om ze daarna elke dag overal tegen te komen. Begonnen met koffie en daarna even druk huishoudelijk werk verricht; ons luchtbed even harder opgepompt (blijkbaar is er tijdens onze tocht naar en van de berg toch wat verandert aan ons luchtbed, een paar dagen eerder was het echt een heel stuk harder…) en bezig geweest met wat later vaste prik zou worden om de zoveel dagen; foto’s van Esthers telefoon en mijn fotocamera op Esthers laptop en mijn USB zetten, want damn we hebben veel foto’s/filmpjes gemaakt! We zijn weer op naar Dunedin gegaan en potverdorie weer gevalletje; supermooi weer op onze kampeerplek en hoe dichter we bij Dunedin kwamen hoe slechter het weer werd tot het in Dunedin zelf uiteindelijk echt hard regende en waaide, bah! Plannen even omgegooid en begonnen met boodschappen en daarna naar het Royal Albatross Centre gereden; helemaal op de punt van de Peninsula, dus we zijn weer langs de parkeerplaats van de vorige avond gekomen... We hebben even wraak genomen; niet alleen zijn we er gaan plassen, maar we hebben er ook de afwas gedaan én we hebben onze flessen weer gevuld met 5,5 liter water, nah! Harrington Point, de plek waar het Royal Albatros Centre was, is de enige plek op aarde waar deze waanzinnige (grote) vogels op het mainland broeden. Ook daar kon je weer grof geld neerleggen om een albatros en/of pinguïn tour te krijgen, maar daar zijn wij niet voor gekomen he. Op de parkeerplaats een late lunch genuttigd van een enorm groot pizzabrood en vanuit de auto al grote vogels zien vliegen en kunnen identificeren als royal albatross; vet! Weer een afstreper voor mijn boekje. :) Daarna hebben we het visitor centre bekeken wat weer een soort museum was, daar heb ik fijn een muts kunnen scoren, jee! (want het werd toch echt wel koud af en toe) Er was ook een penguin viewing point bij het centre dus daar even de berg afgelopen (nog steeds in regen en wind) maar daar beneden alleen maar 1 seal gezien (maaaageerrr) dus nog even wat rondgelopen en albatrossen gespot tot het pinguïn-tijd was (de tijd dat ze weer aan land zouden komen na een dagje vis vangen op zee), maar toen we weer naar het viewing point wilden gaan hadden ze ineens het hek dicht gedaan! Flauw zeg, waarom heb je zo’n viewing point dan? Naja misschien was het dan alleen voor de betaalde touren ofzo. Dus maar weer teruggereden over de Peninsula en gekeken of we onderweg niet nog een ander spot-punt zouden vinden. Dus weer kilometers lang kronkelen en dalen en stijgen (de weg was echt behoorlijk spooky in het donker, waar de weg ophield begon ongeveer de afdaling naar het water, jaiks!). We zagen bordjes naar een penguin viewing point maar dat bleek dan meer een soort vakantiepark te zijn ofzo, we zaten echt nog niet in de buurt van een strand en mochten eigenlijk niet verder dus mission failure. Wel was er een receptie (die al gesloten was) in een hutje bij de parkeerplaats in de buurt. We hebben daar even rondgekeken en zagen niks. Behalve… Een boiler… :) Er hing een bordje van ‘hot water 1,50’ en de stekker was niet ingestoken, maar het water was nog warm genoeg. Dus Esther toch maar stiekem en snel onze twee thermobekers gevuld met warm water; jeeee gratis en heel makkelijk koffie! We zijn doorgereden naar Sandfly Bay waar we volgens de app weer pinguïns en seals konden zien, maar deze keer ook sealions, veeet! Maar guess what? We hebben niks gezien. Vanaf de parkeerplaats moesten we een stukje door een soort heide-weiland lopen richting het strand. Een viewpoint gezien en stukje doorgelopen, toen kwamen we er ongeveer achter dat we zowel verrekijker als onze beide telefoons in de auto hadden laten liggen… We besloten om toch maar door te lopen in het laatste daglicht en zijn naar de duinen afgedaald, daar stukken gestruind en afgedaald tot we echt 1 mega zand-afdaling maakten tot we op het zee-niveau strand stonden. We zagen in het laatste licht wat ‘hoopjes’ en zijn snel op en neer gerend over het strand om zeker te weten dat we geen gave beesten misten, maar nope; het waren gewoon hoopjes van zeewier. Inmiddels was het echt wel bijna donker en begonnen we aan onze terugweg. Het was echt bijna hel om die zandduinen weer op te klimmen; brandende kuiten en longen, bonzende harten, kleren en schoenen vol zand en deze terugweg duurde beduidend stukken langer dan de heenweg. Bovenop de duinen konden we bijna ons pad terug naar boven naar het weiland niet meer vinden, het was echt behoorlijk donker en werd stiekem best een beetje eng. Maar gelukkig hebben we uiteindelijk onze terugweg kunnen vinden en aangekomen bij de auto was ik echt wel kapot. Al het zand uit kleren en schoenen geklopt en toen weer hop de auto in en op naar Dunedin om te tanken; helemaal super want precies op de parkeerplaats van het tankstation begon het lampje te knipperen. :) Na het tanken zijn we doorgereden richting Brighton want vlak voor dit plaatsje was een gratis camping; wederom maximaal 5 non-self-contained vehicles. We waren nummer 1, maar het was nog ‘vroeg’ (lees: 7 uur) en we wilden de volgende dag weer vroeg op om pinguïns te kijken bij Nugget Point en Esther wilde nog wel even rijden; dus weer doorgereden. Een public toilet gevonden bij Milton, hier kamperen? Nee, toch weer doorgereden naar Balclutha, maar daar weer hetzelfde verhaal. Aangekomen in Kaka Point, hier zouden we echt dichtbij Nugget Point zijn, maar overal stonden no camping bordjes, dus dat durfden we niet te riskeren. Dus uiteindelijk verder naar Nugget Point gereden, maar ook daar heel veel no camping bordjes vanaf 9 kilometer voor Nugget Point. Dus maar een paar kilometer richting Owaka gereden en een mooi plaatsje langs de kant van de weg gezocht naast een poort naar een weiland. Het was inmiddels pikkedonker en de volgende ochtend zouden we ook in het donker weer wegrijden en de boer moest vast niet bij zijn weiland zijn in die tijd dus we zouden vast niet makkelijk gezien worden en we konden gewoon fijn in het donker naast de auto plassen; dus we hebben hier voor het eerst écht wild gekampeerd hahaha. :)

 

Zaterdag 16 mei

Weer om 6.00 opgestaan en op naar de pinguïns! De weg naar Nugget Point was vast heel mooi geweest maar we hebben er niks van gezien in het donker. Toen we naar het pinguïnstrand liepen vanaf de parkeerplaats zagen we al een mooie viewing hide staan waar we dankbaar in zijn gaan zitten (want het was natuurlijk weer aan het waaien en regenen). We bedachten dat we mooi koffie konden maken in het huisje dus Esther was teruggelopen om koffie/kookspullen te halen, halverwege haar terugweg bedacht ze dat ze de aansteker was vergeten dus weer terug. Toen ze terug was in de viewing hide bleek ook het pannetje vergeten te zijn… Dus toen ben ik maar terug gelopen hihi. We hebben rustig koffie kunnen maken en zelfs met (1) stoel kunnen wachten op de pinguïns. We hebben er echt wel weer 15-20 gezien, suuupervet! En natuurlijk weer de yellow eyed pinguïns… Van die kleine blauwe rotzakken nog geen spoor. Maar het was echt heel leuk om gewoon in ons privé-huisje rustig goed zicht te hebben op de pinguïns. Daarna zijn we ook daar het strand op gegaan (we hebben de berg afgedaald via een paadje wat volgens ons ook door pinguïns was gemaakt, jeetje dat was ook nog wel een avontuur opzich). Er bleek weinig strand te zijn door het hoge water en schelpen konden we er ook nauwelijks vinden. Dus zijn we doorgereden naar het echte Nugget Point met het Lighthouse, maar het zag er niet zo spannend uit dus we zijn er niet eens naartoe gelopen maar gewoon snel terug de auto ingeklommen en doorgereden naar Cannibal Bay. Om hier te komen moesten we wederom echt door de bergen zigzaggen, maar nu was het een hele smalle gravelroad. Er stond vooraf al een bord dat deze weg niet geschikt was voor campervans, maarja wij zijn eigenlijk een gewone auto. Het ging ook best prima, maar we hadden echt niemand tegen willen/moeten komen, dan hadden we wel een probleem gehad… En naast deze smalle, steile, gravelroad was een diepe afdaling naar weilanden, jee! Ons angstgevoel werd even flink versterkt toen we ineens in een weiland, ver beneden ons, een auto zagen liggen. Op een steile heuvel, flink gedeukt, airbags nog soort van opgeblazen, bah! We waren bang dat we misschien de eerste mensen waren die deze auto vonden maar met onze verrekijker zagen we geen mensen bij de auto liggen/zitten. We hebben ook geen sporen gezien als slipsporen of kapot hek vanaf de weg, dus toch maar aangenomen dat ze de auto ‘gewoon nog niet hadden opgeruimd na het ongeluk’, het was ook niet alsof je het ding van daaruit makkelijk kon wegslepen ofzo. Een beetje angstig zijn we verder gereden en die auto heeft nog dagenlang in ons hoofd gezeten; hadden we niet toch iemand moeten bellen? Maar ignoooore. Dus. We kwamen bij Cannibal Bay aan, heel mooi, maar geen beesten te zien… Volgens de app zouden we hier sealions kunnen tegenkomen ik was inmiddels behoorlijk gemotiveerd om deze beesten nu écht wel eens tegen te komen. We zagen op het strand wel een soort voetstapjes die ons nog het meest op otter-voetjes leken. Ook zagen we een soort grote sleepsporen in de mini-duinen naast ons, wellicht toch zeeleeuw-paden? Toen we later dezelfde sporen zagen van de duinen naar de zee over het strand wisten we het bijna zeker; hier is een zeeleeuw langsgekomen! Zeeleeuwenjacht 2.0 van start. We zijn het strand verder afgelopen (richting het Zuiden) en zijn toen (richting het Westen) een groot stuk duinen ingelopen. We hebben dit pad echt behoorlijk lang gevolgd en we hebben wel drie keer willen omdraaien (vies weer en niks te zien) maar steeds toch maar besloten om nog een stukje door te lopen. We kwamen bij een weiland aan en ook daar besloten om toch nog maar een stukje door te lopen want we zagen alweer een nieuw strand opdoemen in de verte. We waren bijna bij de volgende baai, toen we ons ineens bijna een klein beetje doodschrokken… Ligt er ineens een dikke bruine zeeleeuw op twee meter afstand naar ons te zwaaien, op een hoog stuk zand naast het pad. Waauw!! Even wat foto’s gemaakt en toen (heel voorzichtig, aan de andere kant van het pad, op veilige afstand) erlang gelopen naar het strand en wat denk je? Jeeee nog een zeeleeuw! Toen we deze zagen konden we wel redeneren dat dit een vrouwtje was en de grote donkere dikzak uit de duinen een mannetje. Dit vrouwtje liet ons superdichtbij komen en weer hele gave foto’s gemaakt. Ik vond het wel grappig om te realiseren dat deze sealions eigenlijk veel rustiger waren dan de seals. De kleinere seals halen blijkbaar toch een stukje sneller uit… Toen we terug de duinen inliepen zagen we meneer ineens niet meer op zijn plekje liggen… Ik vond het toch best een beetje creepy want je wilt echt niet ineens op een staart trappen ofzo. Dus toch maar voorzichtig op meneer zijn plekje gaan staan en hem een metertje verder gevonden; top. Weer teruggelopen naar Cannibal Bay en terug naar de auto om van daaruit verder te rijden naar Surat Bay. Toch nog eens goed op de kaart gekeken en jahoor; toen we op Cannibal Bay waren overgestoken waren we op Surat Bay uitgekomen. We wilden niet verder lopen over Surat Bay want de auto stond gewoon nog bij Cannibal Bay… Bij het beginpunt van Surat Bay scheen de zon weer dus besloten om eerst maar te lunchen met ei en groentjes, jam! Toen gingen we weer op weg om meer zeeleeuwen te vinden, waarbij we een stukje door de duinen moesten. Dat vonden we wel wat spannend aangezien die dieren dus blijkbaar echt midden tussen de duinen liggen… Maar gelukkig veilig op het strand gekomen, alleen bleek daar dat het weer erg hoog water was, we hadden dus maar een paar meter strand om op te lopen en soms hadden we helemaal geen ruimte tussen het water en de duinen. Het begon weer te regenen en we begonnen gelijk te lopen met wat andere mensen… Toen we de baai herkenden zijn we dan ook maar weer omgedraaid. We hebben een supergave sealion-ervaring gehad, zonder andere mensen. En als we dit pad volgden kwamen we weer precies bij dezelfde sealions uit alleen dan nu met andere mensen erbij; de magie zou er dan een beetje af zijn. Dus maar omgedraaid en nog even heeeeeel voorzichtig in de duinen gelopen en voorzichtig gezocht naar sealions. We zagen wel erg veel zeeleeuw-paden en holletjes in de struiken, maar geen dieren meer gezien. Terug bij de auto scheen de zon ineens weer (natuurlijk…) dus hebben we nog maar even koffie gemaakt. Toen kwam er een oude local op zijn fietsje aan die een praatje kwam maken; hij was 1 van de 14 (!) inwoners van het dorpje New Haven. Hij bleek een professor Marine Wildlife (ofzo) te zijn (geweest?) op de universiteit van Otago, dus nog best even leuk gekletst met die kerel. Onder andere over de ziektes die de zeeleeuwen bijdragen en over het zeewier dat hij regelmatig komt halen als voeding voor zijn tuintje, erg grappige kerel! Daarna zijn we verder gereden over de Southern Scenic Highway; mooie stukjes gereden en mooie uitzichten gezien. Ook zijn we nog langs drie watervallen gekomen; Purakaunui Falls, Matai Falls en Horseshoe Falls. Allemaal wel grappig (ik vind water blijkbaar leuk), maar niet echt spectaculair. Zodra het water naar beneden valt vinden ze het in Nieuw Zeeland al een spectakel. Het werd inmiddels weer vies en donker weer dus zijn we maar verder gereden naar onze camping in Fortrose; zo dicht mogelijk bij Invercargill (maar toch gratis) want we hadden last minute besloten om toch de volgende dag naar Stewart Island te gaan. Dus in de auto op de camping nog snel een hostel geboekt en nog heel erg getwijfeld over een guided bird spotting tour maar toch besloten om niet zoveel geld uit te geven daarvoor (dat kostte al snel 175 dollar per persoon…). Lijstje gemaakt met spullen die we mee moesten nemen en vroeg naar bed. We hadden al een zeer lange dag gehad maar de volgende dag moesten we ook weer vroeg op voor de voorbereidingen en rit naar Bluff om daar nog snel de ferry te boeken (dat was deze dag om een of andere reden niet gelukt via de telefoon), alle spullen te pakken en op naar Stewart Island! Dus jep; vroeg naar bed op camping nummer 9; Land Beside Moray Terrace, weeral creatieve naam van de app en volgens de comments erg mooi daar, maarja weer in donker aangekomen en in het donker weg dus niks van gemerkt…

 

Zondag 17 mei

Weeral om 6.00 opgestaan, ik klim uit bed, en WOEPS, ik druk vol op de toeter… Goedemorgen wereld! In alle vroegte naar Bluff gereden met de verwarming vol aan, want onze schoenen waren nog steeds doorweekt van de vorige dag. Onderweg ontbeten met chips en andere troep en na een uurtje aangekomen in Bluff. Het ferry-kantoor was nog steeds dicht, dus kaartje geboekt door maar te bellen. Afwas gedaan in een superhip public toilet met allemaal knopjes (deur open/dicht/op slot, wc papier), bewegingssensoren (zeep, water, blazen), muziekje, stemmetje dat je vertelt wat er gebeurd (deur open en dicht en tijdslimiet enzo, geen vieze dingen…) en automatisch doorspoelen bij handen wassen bla bla. Echt heel grappig! Snel tassen ingepakt op de parkeerplaats van de ferry en precies op tijd ons gemeld om 8u30. Het was enorm slecht weer en de kapitein waarschuwde voor een heftige vaart… Esther heeft strak naar de horizon gekeken, maar niet gekotst, jeee! Ik had de rit van mijn leven gedurende dat uur; heerlijk wild vliegen over de golven, attractiepark hoef ik niet meer heen deze vakantie. :) De hele tijd op het puntje van mijn stoel en mee vliegen met de golven en zelfs nog wat vogels kunnen spotten (mohawks, maar geen idee welke precies). Ik vond het geweldig! Op Stewart Island aangekomen zijn we gelijk naar het hostel gegaan; Stewart Island Backpackers, een hostel van Vicky. Ze kwam blijkbaar uit Engeland en was naar onze geweldig aardige observatie een lelijke alleenstaande pot blijkbaar… :) Het hostel was wel echt soort van haar huis; er was een grote keuken en common room met tv en dvd’s en vanalles en blijkbaar was dat ook waar zij kookte, ze behandelde de gasten bijna als haar kinderen… We werden direct uitgenodigd voor het diner ’s avonds en voor een bezoekje aan de kroeg voor de quiznight; maar helaas hadden wij andere plannen; vogels spotten! En liefst de kiwi natuurlijk. Dus maar (hopelijk beleefd) afgewezen. Ze heeft ons even de kamer laten zien (klein maar prima) en de rest wat we nodig hadden, klein beetje jammer; onze kamer lag gewoon aan een gang, maar dan buiten… Dus zodra we onze deur uitliepen stonden we buiten, beetje vervelend om naar het toilet en dergelijke te gaan, maar ok. Eerst even wat boodschappen gedaan en koffie gehaald bij de lokale supermarkt (waar de bewoners van Stewart Island op een krijtbord werden gefeliciteerd als ze jarig waren… Het waren er toch maar 400 hihi). Daarna wilden we naar Ulva Island met de ferry, een klein eilandje van 5 km doorsnee waar het 100% predatorfree is; een echte veiligheidsbaken voor veel Nieuw Zeelandse vogels dus. Helaas ging de ferry niet, want het was een zondag… Van alle watertaxi’s beschikbaar op Stewart Island bleek de helft dezelfde organisatie te zijn en van de drie aanbieders bleken er twee dicht/op vakantie te zijn, grrr… Gelukkig hebben we toch met hulp van Vicky 1 taxi kunnen bereiken die ons kon brengen en halen. Ulva Island was echt heel gaaf; het was daar super stil, perfect om de vogels te spotten die er leefden en we zijn twee keer mensen tegengekomen. Vanaf 15u waren we zelfs helemaal alleen op het eiland! We hebben heel rustig aangedaan en hebben alle paden gelopen, jee! Ook hebben we vrijwel alle vogels gezien; Tomtit, Robin, Weka, Kaka, Saddleback, Fantail, Bellbird, Creeper, Oystercatcher, Kereru (Woodpigeon), Tui en Kakariki (Parakeet) (sowieso red-crowned, waarschijnlijk ook yellow-crowned maar helaas kwamen we er wat laat achter dat er twee ondersoorten zijn dus we hebben niet goed genoeg opgelet… gelukkig stond de red-crowned nog op een foto dus dat bewijs hebben we hihi). Helaas dus geen kiwi gespot verdorie… ’s Avonds terug op Stewart Island wilden we eerst fish&chips halen bij een afhaalkraampje, maar helaas was het stomme ding dicht… Dus hebben we nog maar een kleine wandeling gedaan, op zoek naar de kiwi, maar weer niet gevonden helaas. Wel hebben we op een sportveldje een eng momentje gehad; we zagen aan de andere kant ineens twee grote gestalten achter elkaar aan springen, op een soort creepy ‘we zijn behendig maar lomp’ manier. Esther zei meteen al herten en toen we later ergens hoorden dat er inderdaad herten op Stewart Island leven was ik ook wel overtuigd. Maar het was wel echt raar om ze te zien zeg! Maargoed, dus weer geen kiwi gespot dus weer vroeg naar bed om de volgende ochtend nog eens kiwi’s proberen te zoeken.

 

Maandag 18 mei

Zodra we wakker werden hoorden we direct hoe slecht het weer was. Enorm harde wind en af en toe zeer harde regen… Zeer kutweer om een kiwi te spotten, maar ook wel kutweer om nog de ferry terug te nemen die middag! We hoorden dat de ferry van 8u heel misschien nog ging, maar die van 15u (die wij hadden geboekt) zou waarschijnlijk sowieso niet gaan. Shiiiiiit! Dus hadden we de keuze om ’s ochtends nog de ferry te nemen (als die toch zou gaan; ‘in de buurt blijven, we bellen als we gaan’), maar dan zouden we niks kunnen zien van Stewart Island zelf. Of we zouden toch een dag en nacht langer kunnen blijven (en weer 76 dollar spenderen aan het hostel). We besloten om toch te blijven en dan maar de volgende ochtend vroeg de ferry te nemen. We hebben deze hele ochtend in de stromende regen gelopen over het eiland, op zoek naar vogels en in het bijzonder natuurlijk de kiwi. We dachten wat te horen in de bossen dus probeerden we over een greppeltje te klauteren om het stukje bos in te komen. Er kwam net en auto een oprit af zo’n 100m verderop, dus even onze klauterpogingen gestaakt. De auto kwam naast ons stilstaan, raampje omlaag en een arrogante kop van een vrouw (en haar zoontje, jaar of 7 ofzo) keek ons aan. ‘Were you trying to climb on our land?!’ Uhm sorry we wisten niet dat het van iemand was, we dachten iets te horen en wilden gewoon het bos inlopen, ook om even te schuilen voor de regen. Nou ze geloofde ons volgens mij totaal niet en ze begon nog een beetje boos en arrogant te doen, chagrijnige doos. De wijze les die we hieruit kunnen trekken is dus dat blijkbaar elke boomstam in Oban van iemand is en we mochten absoluut niet van de paden/wegen af. Pfft. Bij de meeste huizen en weilanden stond duidelijk aangegeven dat je er niet in mocht, hoe moesten we anders weten dat het van iemand is? Nou we waren nogal beledigd en overdondert en hebben nog even lekker over haar verder gescholden daarna. Wat hadden we ook voor crimineels op haar land moeten doen?! We vonden onszelf ook wel zielig; het regende echt pijpenstelen dus we waren gewoon tot op ons ondergoed helemaal doorweekt en mevrouw komt ons een beetje afzeiken. We hebben echt heel Oban zo’n beetje doorgewandeld en hoopten een beetje droog te wandelen (wat niet echt is gelukt). We hebben onszelf getrakteerd op een lunch in het hotel op Elgin Terrace, maar potverdorie nog steeds geen kiwi gezien dus. Nog maar even over verwondert… Er zijn namelijk 10.000 New Zealand Sealions op de hele wereld, wij hebben er welgeteld twee gezien. Er zijn 20.000 kiwi’s op Stewart Island (!) (en 30-40 op Ulva Island maar ok), die daar ook OVERDAG door de STRATEN lopen en wij zien er gewoon geen… Och wat zijn we zielig! We zijn nog maar even onze tas gaan ophalen bij de ferry (die we ’s ochtends daar hadden gedropt toen we uitcheckten bij het hostel) en naast de ferry was een toeristen-info-ding. Drie keer raden wie we daar tegenkwamen, met een koffie en sigaret, in werkkleding… De arrogante vrouw van eerder! Ze sprak ons aan met of we nog lekker gewandeld hadden. Jazeker. Maar toch nog maar even excuses aangeboden en daarna bond ze wel een beetje in. Ze bedoelde het niet zo, ‘no hard feelings’, maar we waren natuurlijk niet de eerste toeristen die dit probeerden blabla. Jaja nu je in werkkleding loopt praat je ineens zo? Ze bleek een tourguide te zijn, nou, mij niet gezien! De woorden uit haar mond mochten nu dan aardiger klinken, maar ze had nog steeds echt een vervelende uitstraling, bah. Wat ze wel nog zei; haar zoontje had haar nog tegengesproken toen ze wegreden van ons. ‘Mommy, they were trying to get onto our land, but they were out walking in this rain, so they must have the same attitude and interests as we do’. Dus ‘we got big thumbs up from her son’. Hihi. We hebben nog even rondgelopen in Oban en het info-centre bekeken. Maar aan het einde van de middag toch maar terug naar het hostel om ff wat te eten. We zijn daar weer uitgenodigd om mee te eten (en hebben het weer afgeslagen haha). Wij gingen weer op kiwijacht! Het maximale uit ons verblijf halen natuurlijk. We hadden trouwens dezelfde kamer gekregen van Vicky; wel met schone lakens want die hadden wij ’s ochtends afgehaald naar haar regels hihi, maar ze had niet gestofzuigd. Op aanraden van een vriendin van Esther een rood folietje over ons lampje gedaan maar het mocht niet baten; ook met deze tip geen kiwi gezien. Wel weten we zeker dat we een kiwi hebben gehoord deze keer! We waren al snel erg moe. We waren weer om 6u opgestaan en vanaf 7u aan het wandelen en enkel gerust voor lunch en diner. Combineer dat met de kou en nattigheid; we waren echt kapot om 22u! En natuurlijk was het de volgende ochtend weer vroeg opstaan om nog even te kunnen douchen (genieten van het feit dat we een douche hadden! De tweede douche in ons verblijf daar hihi) en om de ferry terug naar het mainland te nemen van 8u. Dus maar weer snel naar bed.

 

3 Reacties

  1. Marianne:
    27 juni 2015
    Weer een prachtig verhaal met mooie foto's!!!Jammer dat het weer een beetje tegen zat,maar wat een avontuur!!!.Het was genieten.liefs Marianne.
  2. Marleen:
    27 juni 2015
    Alweer heerlijk om te lezen. En heel wat foto's gezien die perfect in een kadertje tegen muur passen! :-)
    groetjes,
    Leen
    xxx
  3. Peter van Grinsven:
    30 juni 2015
    Geweldig jullie enthousiasme, ondanks het bij tijd en wijle k..weer, is hartverwarmend en prachtig om te lezen. Ik heb weer genoten...
    Groeten en een dikke knuf van Peter en Beppy